We use cookies to make this website more userfriendly (more information).

Articles

Articles in Dutch


A true stork story

Original title in German: "Eine wahre Storchengeschichte"

Een echt gebeurd verhaal over een ooievaar

Ik zou dit echt gebeurde verhaal voor onzin hebben afgedaan wanneer ik dit niet zelf zou hebben beleefd.

Storchengeschichte

In het begin van de twintiger jaren (1920) zag men op een boerderij in het Samland (noordelijk Oostpruisen) vaak een ooievaar in een plechtige houding rondwandelen. Het hele gezin hield van de vogel en gaf hem te eten. Dit gezin was heel bijzonder op deze huisvriend gesteld.

Op een keer had de zoon van de boer, een jongen van ongeveer zestien jaar, de ooievaar hulpeloos huppelend en fladderend op een weiland gevonden. Het was niet moeiljk geweest om hem te vangen en voorzichtig naar huis te dragen.

De ooievaar herstelde goed bij de liefdevolle verzorging maar de verre reis naar het zuiden met zijn broers en zussen kon hij nog niet meemaken. De winter in Oostpruisen in de warme stal deed hem heel goed. De volgende zomer verbleef hij deels op het erf en deels met zijn soortgenoten. Toen het herfst werd, trok hij deze keer mee naar het zuiden.

Zou hij in het volgende voorjaar weer hierheen vliegen? Ja, hij kwam weer! Hij bouwde – als vanzelfsprekend – zijn nest op het dak van de schuur van de boerderij en versmaadde ook niet de extra lekkere hapjes, die men hem en zijn familie gaf.

In de herfst trok hij weer naar het zuiden. Maar zijn toenmalige redder werd opgeroepen als soldaat in de oorlog. Hij werd krijgsgevangene in Frankrijk en werd naar een kolonie in Afrika gestuurd en daar moest hij op een akker werken. Hij had vaak last van heimwee, in het bijzonder als hij ooievaars naar het noorden zag trekken. “Doe de groeten aan mijn vaderland en groet mijn ouders‘‘, riep hij hen na.

Toen gebeurde er een keer iets merkwaardigs. Een mooie, grote ooievaar verliet de vluchtroute met de anderen, vloog dieper en dieper, omcirkelde de gevangene, landde op het veld en kwam opgewonden met de vleugels slaand naar hem toe. Toen herkende de jongeman hem – dat was zijn ooievaar. 

Het liefste had hij hem omarmd maar hij was bang dat hij hem schrik aan zou jagen. Maar toch kwam de ooievaar vertrouwelijk naar hem toe, ja, hij liet zich door hem aaien.

Bij de krijgsgevangene kwamen de tranen. Plotseling kreeg hij een idee. Had hij niet een stukje papier in zijn broekzak en een potlood? Snel schreef hij op het blaadje:

‘Ik leef!‘ En zette zijn adres eronder.

Terwijl hij de ooievaar nog een keer aaide, schoof hij het stukje papier diep en stevig tussen de vleugelveren en kon het ook om een veer wikkelen. Zouden de veren het papiertje houden? Vele, vele dagen?

De veren hebben het werkelijk gehouden. Bij zijn terugkomst op de boerderij marcheerde de ooievaar zo opvallend dichtbij de ouders van de jongeman, steeds maar weer, totdat zij het papier ontdekten en hem daarvan bevrijdde. Sprakeloos lazen ze wat hun zoon hen geschreven had.

“Hij leeft! Onze jongen leeft!“. Een jaar lang hadden ze geen bericht van hem ontvangen. Nu reed de vader meteen naar de dichtbijzijndste militaire post. Hun zoon werd tegen een Franse gevangene omgeruild.


Commentaar W. Gitt:

Dit mooie verhaal is voor mij alleen begrijpelijk door het handelen van God. Dat de ooievaar een ongeluk kreeg, hoorde bij de wijze vooruitplanning van God. Zodat deze ooievaar aan de ouders van de jongeman een belangrijke boodschap kon overbrengen. Ook hier zien we: ‘‘Want geen enkel ding zal vanwege God onmogelijk zijn‘‘ (Lukas 1:37). Hij is de Heer over alle dingen en daarmee ook over Zijn schepping. Een ander markant voorbeeld, hoe God Zijn schepselen inzet om mensen te helpen, vinden we in 1 Koningen 17:4-6. Elia werd in opdracht van God verzorgd door raven. ‘‘En het zal gebeuren dat u uit de beek zult drinken. Verder heb Ik de raven geboden om u daar te onderhouden. Hij ging dan op weg en deed overeenkomstig het woord van de Heere. Hij ging wonen bij de beek Krith, die aan de overzijde van de Jordaan stroomt. En de raven brachten hem ‘s morgens brood en vlees en ‘s avonds brood en vlees, en hij dronk uit de beek‘‘.